HMS Chaser

Het bijzondere oorlogsverleden van het Nederlandse vrachtschip de Aagtekerk als hulpvliegdekschip HMS Chaser

(Door Jasper Brinksma)

Op 25 juni 1966 maakte mijn vader (in herinnering) zijn eerste reis bij de Verenigde Nederlandse Scheepvaartmaatschappij (VNS) op de Aagtekerk als werktuigkundige (4e wtk). De reis ging van Rotterdam naar Oost-Azie[1]. Het werkterrein van mijn vader was als werktuigkundige de machinekamer waar twee Fosters-Wheeler boilers gekoppeld aan twee Westinghouse turbines voor de voorstuwing zorgden. Alle meters en opschriften waren voorzien van Engelse maten wat te verklaren was door het bijzondere verleden van het schip. Het was niet de eerste keer dat de Aagtekerk in de wateren van Zuid-Oost Azië kwam. Zij was hier eerder actief tijdens de Tweede Wereldoorlog als hulpvliegkampschip van de Britse marine onder de naam HMS Chaser.

De SS Aagtekerk bijna onherkenbaar vergeleken met haar tijd als vliegdekschip (bron VNS-VOE.nl) [1].

De HMS Chaser in haar functie als transportschip bij Cochin India, juli 1945. De vliegtuigen waren verpakt in kratten of stevig vastgemaakt aan dek en waren bestemd voor de Reception Unit, Royal Naval Air Station Cochin. Duidelijk zijn de contouren van Corsair gevechtsvliegtuigen op het dek te herkennen. (Bron © IWM A 29289)

De ombouw tot hulpvliegdekschip

Op 28 juni 1941 werd de kiel gelegd op de scheepswerf van Ingalls Shipbuilding in Pascagoula Mississippi (VS) onder de naam Mormacgulf (11,900 ton). Na de bouw werd het vrachtschip (type C3-S-A2) vanwege de oorlog gekocht door de Amerikaanse marine (US Navy) om omgebouwd te worden tot hulpvliegdekschip. Na voltooiing in 1942 kreeg het de naam de USS Breton, maar in 1943 werd besloten om onder het lend-lease programma het schip over te doen aan de Britse marine (Royal Navy). De Britse marine had grote behoefte aan vliegkampschepen. Aan het begin van de oorlog werden daarom CAM (Catapult Armed Merchant) schepen ingezet om de konvooien te beschermen tegen luchtaanvallen. Dit waren koopvaardijschepen voorzien van een katapultinstallatie voor op de boeg die een Hawker Hurricane jachtvliegtuig kon lanceren. Na de lancering moest de piloot op het water landen en werd hij weer opgepikt. Dit was verre van ideaal aangezien het ten koste ging van het vliegtuig en soms ook de piloot. Meer capaciteit was gewenst en om aan de directe vraag te voldoen werden er op grote schaal steeds meer bestaande vrachtschepen omgebouwd tot hulpvliegdekschepen[2][3]. Deze hulpvliegdekschepen bleken o.a. effectief bij het begeleiden en verdedigen van de scheepskonvooien. De USS Breton kreeg een nieuwe naam HMS Chaser waaronder het tot 1946 zou varen bij de Engelse marine. Na terugkeer bij de Amerikaanse marine en ombouw werd het als koopvaardijschip verkocht aan de VNS en kreeg het de naam Aagtekerk[4][5].

Een Sea Hurricane Mk IA op een Catapult Armed Merchant (CAM) schip te Greenock. (Bron © IWM A 9421)

Hawker Sea Hurricane start met behulp raketten van een CAM schip nabij Greenock. (Bron © IWM A 9423)

Een piloot van een Hurricane Mark I V6733 en een crew chief van een Merchant Ship Fighter Unit klimmen omhoog voor een 'scramble' oefening op een CAM schip SS EMPIRE DARWIN in de Middellandse Zee richting Noord-Afrika. (Bron IWM © NA 3445)

Haar eerste konvooi en boordsquadrons

Na het voltooien van de acceptatie proefvaarten voor de admiraliteit was de HMS Chaser klaar voor haar eerste reis op 20 april 1943 naar de Norfolk Marine werf in Amerika waar ze op 23 april zou aankomen. Het schip zou de komende maanden in de Chesapeak Bay verder werken aan haar operationele inzetbaarheid. Dit was voltooid op 21 mei waarna voorbereidingen werden getroffen voor de ontvangst van haar eerste operationele squadron[4][5].

Op de HMS Chaser werden 12 Grumman Avengers Mk.1’s van het 845 Naval Air Squadron gestationeerd voor haar reis naar het Verenigd Koninkrijk. Dit squadron was opgericht en trainde op United States Navy Air Station (USNAS) Quonset Point en werd overgeplaatst naar USNAS Norfolk op 27 mei 1943 voor het oefenen van deklandingen aan boord van de USS Charger en de volgende dag op de HMS Chaser. Er waren twee deklanding incidenten op de eerste dag van het vliegbedrijf te melden met slechts minimale schade. Een Avenger (FN777) raakte een object op het vliegdek, terwijl een andere Avenger (FN781) drifttend met een wiel naast het dek in de loopgang terecht kwam. Een derde incident gebeurde op 4 juni 1943 toen de staart van een Avenger (FN779) het dek raakte tijdens de landing[4][5].

De 12 Avengers van het 845 squadron zetten hun oefeningen voort nadat zij op 1 juni 1943 aan boord kwamen en ze voeren naar New York op 26 juni in afwachting van haar eerste (Atlantische) konvooi. Op de 30 juni 1943 sloot HMS Chaser zich aan bij konvooi HX245 van New York naar de Clyde en het 845 squadron voerden anti-duikboot patrouilles uit ter bescherming van het konvooi. Het konvooi verliep zonder incidenten en bereikte samen met de HMS Chaser de Clyde op 4 juli 1943. Het 845 squadron verliet het schip en vertrok naar de marine vliegbasis RNAS Machrihanish[4][5].

De volgende dag ontstond er grote schade door een explosie in het ketelhuis. Er waren geen slachtoffers maar het schip moest het dok in voor reparatie. Aangezien er geen plek was bij alle werven aan de Clyde ging de Chaser naar het marine dok te Rosyth[4][5].

Na de reparatie arriveerde ze op 29 oktober 1943 bij de havens en werven aan de Clyde en werd ze toegewezen aan het Western Approaches Command. Aan boord kwam het onderhoudspersoneel van het 835 composite naval air squadron ter voorbereiding van de komst van haar nieuwe squadron. Op 6 november kwam de vliegtuigen en bemanning van dit squadron aan boord bestaande uit 9 Fairey Swordfishs en 6 Sea Hurricanes. Dat het vliegbedrijf op een schip de nodige uitdagingen met zich mee brengt bleek wel tijdens de opwerkperiode want er raakten 4 vliegtuigen beschadigd. Op 25 november landde een Sea Hurricane (BW886) met te hoge snelheid, stuiterde en overtrok en stopte uiteindelijk toen het stuurboord landingsgestel inklapte. De volgende dag raakten twee Fairey Swordfishs beschadigd toen LS243 tijdens het taxiën op het dek botste met HS612. Op 28 november de laatste dag van het oefenprogramma raakte Swordfish LS457 beschadigd bij een deklanding. Na voltooiing ging het 835 squadron naar RNAS Eglinton in Noord-Ierland om op 30 december te vertrekken naar Nairana. HMS Chaser keerde op 29 november 1943 terug naar een commerciële werf aan de Clyde voor verdere reparaties[4][5].

De reparaties waren midden januari 1944 afgerond en terug in actieve dienst werd de HMS Chaser ingezet ter bescherming van de noordelijke konvooi routes van en naar Rusland. Hiervoor kwamen op 19 januari 22 vliegtuigen met personeel van no. 816 composite naval air squadron aan boord van RNAS Donibristle en vertrok het schip richting Scapa Flow. De vliegtuigen van het 816 squadron, bestaande uit 11 Fairey Swordfishs en 11 Grumman Wildcats (Martlet), gingen op 12 februari aan wal naar RNAS Hatston en keerden terug aan boord op 16 februari[4][5].

Het vliegdek van de HMS Chaser met haar Wildcats (Martlet) en Fairey Swordfishs van het 816 Squadron, maart 1944. In de achtergrond een schip in wintercamouflage. (Bron © IWM A 22466)

De HMS Chaser in maart 1944 gezien vanuit een zojuist opgestegen Fairey Swordfish voor anti-duikboot patrouille. (Bron © IWM A 22465)

Drie succesvolle dagen

De HMS Chaser vertrok van Scapa Flow op 21 februari 1944 richting het konvooi JW57, geëscorteerd door de slagschepen Wanderer en Watchman en de fregatten Byron en Strule. De operatie, het escorteren van 42 koopvaardijschepen naar Noord-Rusland, had als code naam "FX". HMS Chaser en haar escorte voegden zich de volgende dag bij het konvooi. De zee was ruw met frequente sneeuwstormen en extreme lage temperaturen, maar desondanks slaagde men erin om met de Swordfish anti-duikboot patrouilles te vliegen[4][5].

Begin maart 1944, tijdens de escorte van konvooi RA57 terug vanuit Moermansk, had de HMS Chaser haar meest succesvolle periode. Om precies te zijn waren het drie opeenvolgende dagen in maart waarin drie Duitse onderzeeboten (U-boten) tot zinken werden gebracht[4][5][6].

Op 4 maart 1944 viel Swordfish “B” van 816 Squadron met piloot Sub. Lt. P.J. Beresford de Duitse onderzeeër U-472 aan met dieptebommen nabij Bereneiland Spitsbergen in de Barentszzee [4] [5]. De U-472 kreeg twee treffers te verwerken en verloor olie en liep voortdurend uit het roer. De waarnemer Sub. Lt. Laing informeerde met zijn signaallamp het slagschip HMS Onslaught welke weldra met volle kracht naar de opgegeven positie ging. Binnen schietbereik opende ze het vuur, maar de U-472 maakte al water. Terwijl de bemanning in reddingsboten ronddobberden werden op de HMS Onslaught de reddingsnetten en -lijnen uitgegooid. Als laatste ging de kapitein von Forstner van boord in zijn eigen reddingsboot. De onderzeeër zonk (positie 73°05'N 26°40'E) en ondanks de netten en reddingslijnen werden slechts 27 van de 49 bemanningsleden gered uit het ijskoude water. Von Forstner klom op eigen kracht omhoog en salueerde voor de Engelse vlag en de eerste officier die hij tegenkwam aan boord van de Onslaught. Twee overlevende stierven later alsnog en kregen een zeemansgraf, met toestemming van von Forstner, gewikkeld in de vlag van de Britse marine bij gebrek aan een Duitse vlag[8].

Op 5 maart werd U-366 tot zinken gebracht ten noordwesten van Hammerfest (72°10'N, 14°44'E). De aanval werd uitgevoerd door Swordfish “F” van 816 Squadron [6] [7]. De bemanning van de Swordfish met Sub-Lt. J.F. Mason aan de stuurknuppel kreeg de U-366 in zicht op ongeveer 16 kilometer vanaf het konvooi. Het vliegtuig won hoogte en zette de aanval in en vuurde haar raketten af. Drie inslagen achter de toren werden waargenomen. Twee minuten later kwam de boeg omhoog uit het water en zonk de achterkant. Er dreven 30 overlevenden van de 51 bemanningsleden in het ijskoude water. Geen enkel bemanningslid werd of kon gered worden[8].

Op 6 maart was het Swordfish “X” van 816 Squadron die met een raketaanval de Duitse onderzeeër U-973 tot zinken bracht deze keer ten noordwesten van Narvik (positie 70°04'N, 05°48'E) [6] [7] [8]. Door peilmetingen wist men dat de U-boot het konvooi naderde. De bemanning van de Swordfish zag het op 22 kilometer van het konvooi varen. De Swordfish vuurde 5 raketten af waaronder een voltreffer. Witte rook werd er waargenomen en de U-boot liep uit het roer en zonk over de boeg. Er werden 15 overlevenden in het water waargenomen waarvan er later slechts twee gered konden worden door de torpedobootjager HMS Boadicea[8].

Dat de U-boten relatief snel zonken kan verklaard worden doordat ze helemaal vol zaten met proviand en torpedo’s aan het begin van hun reis. Hierdoor konden eventuele lekkages moeilijker gedicht worden[8].

Op 13 maart kwam haar succesvolle dienst ten einde. Door een storm nabij Scapa Flow raakte ze op drift en raakte ze beschadigd na een botsing met haar zusterschip HMS Attacker. Van april t/m januari werd ze gerepareerd bij de marinewerf HM Rosyth Dockyard[4][5].

De laatste wanhopige manoeuvres van één van de aangevallen duikboten gezien vanuit een Swordfish, maart 1944. (Bron © IWM A 22729)

De bemanning van Swordfish “B” for Baker die op 4 maart 1944 de onderzeeër U-472 aanviel met dieptebommen. Van links naar rechts: Sub Lieut (A) W. F. Laing, RNVR, waarnemer; Sub Lieut (A) P. T. Beresford, RNVR, piloot; Leading Airman J. Beech, boordschutter. (Bron © IWM A 22349)

Overlevenden van de U-472, aangevallen door een Swordfish vanaf de HSM CHASER maart 1944, aan boord van de HMS Onslaught. (Bron IWM © A 22345)

Seafires in de Pacific

Begin 1945 was de HMS Chaser weer klaar om dienst te doen en werd ze toegewezen aan de Britse vloot in de Pacific. Op 25 januari 1945 kwamen er 20 Seafires van het 899 Squadron aan boord in Home Waters. Onder de leden van het 899 Squadron bevond zich ook de Nederlandse officier vlieger der 3e klasse Dirk Challik[2]. Na de opwerkperiode op de Clyde zette de HMS Chaser koers naar het verre oosten. Op 10 maart voegde zij zich bij het konvooi KMF41 naar Gibraltar. Via het Suezkanaal en de Indiaanse oceaan arriveerde zij eind april in Sydney waar het 899 Squadron van boord ging. Dirk Challik werd op 2 mei 1945 overgeplaatst naar het 887 Squadron[2]. Hierna kreeg de HMS Chaser geen operationeel boordsquadron meer aan boord en transporteerde ze alleen nog maar voorraden en vliegtuigen van en naar de operationele vliegdekschepen. De HMS Chaser werd toegewezen aan de transportvloot (Fleet train Task Force 112) onder bevel van de Amerikanen en vertrok richting Manus (Papoea Nieuw-Guinea). De HMS Chaser was in deze ondersteunende rol actief bij de aanvallen op Sakishima Gunto en de Japanse eilanden[4][5].

Op 18 mei 1945 was de HMS Chaser in de buurt ter logistieke ondersteuning bij de (lucht) aanvallen op de Japanse vliegvelden op de Sakishima Gunto eilanden ter voorbereidng van de aanval op Okinawa[4] [5]. Deze aanvallen onder de codenaam “ICEBERG One en Two” vonden plaats van 26 maart tot en met 25 mei 1945 [9] [10]. Bij deze aanvallen van Task Force 57 (TF57) was ook 24ste Navy Fighter Wing (24th NFW) betrokken bestaande uit het 887 Squadron en 894 Squadron aan boord van de HMS Indefatigable [9] [11]. Naast Sub-Lt Dirk Challik zijn er nog meer Nederlandse Seafire piloten actief geweest bij de 24ste Navy Fighter Wing; G.J. Zeegers de Beijl (894 NAS), Ch.O. Verheij van Wijk (894 NAS), F.F. bn. d’Aulnis de Bourouill (887 NAS), E.D. Govears (887 NAS), J.R. Schuiling (887 NAS), B.K. Swart (894 NAS), Th. Limbosch (894 NAS)[10].

Op 3 mei tijdens operatie ICEBERG Two behaalde Dirk Challik om 17:50 uur met een Seafire Mk III ('131/S') een overwinning op een Japanse Zero [2] [9]. Op deze dag vernietigde de 24th NFW in totaal 5 Japanse vliegtuigen. Daar stond tegenover het verlies van een Seafire en 3 beschadigde Seafires bij landingen aan dek. Toen de vloot TF57 zich terug trok hadden ze in totaal 14 Japanse vliegtuigen vernietigd. De TF57 zelf verloor 15 vliegtuigen waaronder waaronder 11 vliegtuigen door kamikaze aanvallen. De HMS Chaser had 3 Seafires, 2 Hellcats, 1 firefly, 2 Avengers en 1 Corsair aan boord ter aanvulling voor Task Force 57. Beschadigde vliegtuigen die niet te repareren waren werden weer mee terug genomen[9]. Na verdere bevoorradingen in het gebied werd de HMS Chaser ingezet bij Task Force 37 (3rd US fleet) voor bevoorradingen van schepen bij Manus vanuit Australië[4][5].

In juli 1945 transporteerde ze vanuit Manus vliegtuigen ter ondersteuning van de Britse vliegdekschepen naar het bevoorradingsgebied west van Iwo Jima. Tot het begin van augustus 1945 vervoerde ze noch vliegtuigen vanuit Manus van en naar het operationele gebied van de vliegdekschepen. Na 11 augustus 1945 hielden de bevoorradingen op en werd de HSM Chaser ingezet voor repatriëring van de troepen weer onder direct bevel van de Britse marine. Na reparaties in Sydney keerde HMS Chaser terug naar Groot Brittannië. Na verwijdering van alle Britse uitrustingen keerde de HMS Chaser terug naar Amerika en werd ze op 12 mei 1946 overhandigd aan de Amerikaanse marine. Op 20 december 1946 werd ze verkocht  aan de Verenigde Nederlandse Scheepvaartmaatschappij (VNS) en kreeg ze de naam ss Aagtekerk. Na ombouw werd ze in 1948 in gebruik genomen door de VNS als vrachtschip[4][5].

Het 860 squadron na de oorlog met voormalig Seafire piloot Dirk Challik (derde van rechts) voor een Sea Fury op RAF St Merryn Cornwall. Dirk Challick zou in 1955 met een Sea Fury verongelukken door een explosie van een op scherp staande bom tijdens de landing op Valkenburg. (Bron © IWM 31819)

Seafires met warmdraaiende motoren aan boord van HMS Indefatigable klaar voor take off 24th NFW (887 en 894 squadron). De HMS Indefatigable was groter dan de HMS Chaser maar ook hier is te zien dat de ruimte om te manoeuvreren op het vliegdek beperkt was. (Bron © IWM A 25081)

Een geslaagde buiklanding van een Seafire “115/S” waarschijnlijk van het 887 squadron aan boord van HMS Indefatigable (rond 1945), let op de uitstaande haak en de kabels over het dek. Deklandingen waren altijd een uitdaging en regelmatig ging het mis. Vooral de fragiele Seafire bleek vaak niet bestand tegen de harde landingen aan dek. (Bron © IWM A 29485)

Wederopbouw koopvaardijvloot

Net na de oorlog moest de koopvaardijvloot weer opgebouwd worden en vele ex-marine schepen werden hiervoor gebruikt om dienst te doen als vrachtschip. Daarnaast waren er genoeg Liberty en Victorie klasse vrachtschepen beschikbaar die niet meer voor nodig waren voor het vervoer van oorlogsmateriaal. De Verenigde Nederlandse Scheepvaartmaatschappij (VNS) kocht naast de omgebouwde HMS Chaser o.a. met overheidssteun ook meerdere Victorie klasse schepen[12]. Maar ook gevorderde schepen van de Duitsers werden weer in gebruik genomen door de VNS. Zoals het passagierschip de ms Oranjefontein die als doelschip en troepentransport in gebruik was geweest bij de Duitsers[1]. Dit schip was in het begin van de oorlog op 19 juli en 28 augustus 1941 in de haven van Rotterdam beschadigd geraakt bij gedurfde luchtaanvallen op lage hoogte door de RAF[1] [13].

In 1967 werd de ss Aagterkerk door de VNS weer verkocht en voer ze verder onder de naam ss E. Yung. In 1973 werd het schip, nadat het eerder was gestrand, afgesleept en gesloopt in Kaohsiung, Taiwan[1][4][5]. Een roemloos einde van een oorlogsveteraan.


Bronvermelding

[1] www.vns-voe.nl

[2] Dutchies in the Fleet Air Arm, Nico Geldhof, Uitgeverij Geromy B.V., 2007

[3] Fleet Air Arm Warfare, Kev Darling, Pen and Sword Military, 2009

[4] www.royalnavyresearcharchive.org.uk/ESCORT/CHASER.

[5] www.naval-history.net/xGM-Chrono-05CVE-Chaser.

[6] www.historyofwar.org/articles/weapons_HMS_Chaser

[7] http://uboat.net/allies/warships/ship/3269

[8] Die Deutschen und Osterreichischen U-boot Verluste in beide Weltkriegen, Paul Kemp, Urbes  Verlag, München 1998 (Duitse vertaling van Engelse origineel)

[9] www.royalnavyresearcharchive.org.uk/SQUADRONS/887_Squadron

[10] Dutchies in the Fleet Air Arm, Nico Geldhof, blz 197.

[11] The Bitish Fleet Air Arm in World War II, Mark Barber, Osprey publishing

[12] De Victory-Schepen, C. Oliemans, Uitgeverij Van Wijnen, 1993, Franeker

[13] En nooit was het stil, Deel 1, Gerrit J. Zwanenburg, KLu / DMKLu

[14] www.fleetairarmarchive.net/ships/Chaser.html

[15] www.historyofwar.org/articles/weapons_HMS_Chaser.html